Het voelt fijn om goed voor mezelf te zorgen. Ik weet wat regelmatig bewegen, op tijd ontspannen, tijd voor mezelf en lekker maar gezond eten voor iemand kan veranderen en heb het (door schade en schande) zo goed mogelijk in mijn leven ingepast. Ik kan soms echt genieten van eten. Een stuk taart, een knisperende salade of goed bereide spareribs. Met aandacht eten zorgt voor energie en een goed gevoel. Ik weet dat, want ook ik vlieg nog wel eens uit de bocht. Toch hoef ik over een gezonde lifestyle niet meer iedere minuut na te denken; ik heb het me zo eigen gemaakt dat het bijna vanzelf gaat. Je zou kunnen zeggen dat ik tegenwoordig de regie heb over mijn lifestyle.
Maar ik heb niet altijd het gevoel gehad dat ik de regisseur was over mijn eigen leven en gezondheid.
Als kind was ik altijd al dikker dan mijn klasgenoten. Ik weet nog goed dat mijn meester van groep 3, het vel van mijn handrug en dat van een heel magere klasgenoot tussen duim en wijsvinger nam, om het begrip ‘vet’ en ‘mager’ uit te leggen. De diëtiste voorzag op mijn negende genadeloos de roze koek in mijn voedingsdagboek van een roze highlightstreep. Als tiener bedacht ik diverse eigen voedingsschema’s, waar ik me maximaal twee dagen aan kon houden. Als de dood was ik dat mijn moeder mij zou vragen, hoe het toch kwam dat de voorraad koek, pindakaas, hagelslag, vleeswaren, kaas en uiteraard die tas met chips en borrelnoten er weer zo snel doorheen was.